Verantwoording in de zorg, wat is er nog niet over gezegd? We doen het te veel en te vaak, er is geen ontkomen aan. Toch zijn er mensen die het leuk vinden, want de mogelijkheden om lekker een potje te verantwoorden zijn eindeloos in de zorg. Accountants, zorgverzekeraars, inspecties, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), beroepsverenigingen, auditcommissies, je kan ze allemaal bellen om een rondje te komen doen. Of deze gezelligheid zo moet blijven is de vraag, want de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) beschrijft dat er een paradigmashift nodig is van maximaal verantwoorden naar optimaal verantwoorden.
In oktober 2023 heeft de RVS het adviesrapport ‘Is dit wel verantwoord‘ gepubliceerd. ‘Verantwoorden betekent anderen inzicht bieden in het eigen doen en laten, openstaan voor feedback en iets doen met de verkregen inzichten,’ schreef de RVS. Dat klinkt logisch, en mogen we ook best verwachten van instellingen die zorg leveren. Het probleem is alleen dat er vaak geen keuze is in de manier van inzicht geven in je doen en laten.
In de verantwoording over de zorgverzekeringswet is het bijvoorbeeld vereist dat je als zorginstelling inzicht geeft over je wachtwoordbeleid. Hoe lang wachtwoorden mogen zijn en welke tekens er tenminste in voorkomen heeft natuurlijk álles te maken met het declareren van zorg. Je kan wel aankaarten dat je ook al auditoren over de vloer krijgt voor certificering van informatieveiligheid, maar de zorgverzekeraar wil dan wel graag dit certificaat bekijken én zien hoe het wachtwoordbeleid in de stukken van de organisatie terugkomt. Met andere woorden: je komt er niet onderuit.
De RVS noemt ook een aantal voorbeelden in het rapport om te schetsen hoe ver verantwoording kan gaan, maar eerlijk gezegd verbaast het me niet eens meer. In plaats van erop vertrouwen dat de zorg wordt geregistreerd als een zorgverlener dat nodig vindt, wordt zorg pas geregistreerd als alle regeltjes zijn bedacht en controles zijn ingericht. Zoals de RVS zegt: ‘we zien verantwoorden in de praktijk daarom makkelijk verworden tot een manier om gedoe te ontlopen. (…) Dan zijn doelen op papier gehaald, zonder dat het professionele voldoening brengt, de zorgvrager beter helpt of de samenleving iets oplevert.’
Het zou dus goed zijn om de manier van verantwoorden eens onder de loep te nemen. De grootste uitdaging hierin is dat er veel partijen zijn die informatie willen hebben en allemaal een ander perspectief hanteren. Externe partijen zoals accountants en auditoren proberen grip op complexe zorgprocessen te krijgen en schieten regelmatig door in kwantitatieve metingen. Ik denk dat iedereen een taak heeft om de ander scherp te houden en het nut van de verantwoordingswijze te blijven evalueren.
In accountantscontroles voor de jaarrekening wordt bij de Jeugdzorg gecontroleerd of er een (geldige) beschikking van de gemeente is voor de cliënt. Zorginstellingen weten heel goed dat je zonder beschikking niet eens zorg kán factureren en dat deze controlevraag daarom overbodig is. Het klinkt misschien simpel, maar zonder dit aan te kaarten bij de accountant verandert er niets. Natuurlijk is het vervolgens aan de accountant om hierop actie te ondernemen en zich niet van de discussie te ontdoen met het argument ‘dat de vraag in het accountantsprotocol staat.’
In ieder geval is het lezen van het rapport van de RVS een goed begin om weer eens na te denken over wat verantwoorden zou moeten inhouden. Probeer daarbij het perspectief van de controleur in het achterhoofd te houden, maar bedenk vooral welke informatie iets zegt over de verantwoordende partij en tot welk moment het nog gezellig blijft.